Schrijfsels

 

Op deze pagina doe ik verslag van mijn ervaringen als remedial teacher, leerkracht en moeder. Ik doe dit in de vorm van blogs en artikelen. Via mijn schrijfsels wil ik inzichten delen, informeren en ouders steunen.

 

Links op deze pagina kun je klikken op onderwerpen.

 

 

 

Kinderen en leren. Het gaat niet altijd zoals je zou willen of verwachten. Dat gold ook voor de wijze waarop Casper leerde lezen. Hieronder kun je lezen hoe.

 


Harry Potter, graskikkers en ander gespuis

 

Als driejarige timmerde Casper denkbeeldig een hekje in de grond en zei tegen niemand in het bijzonder: “zo dat houdt het gespuis tenminste buiten”. Deze voor een peuter toch wat opmerkelijke woorden, waren mij maar al te bekend. Ik had ze meerdere keren voorgelezen uit één van mijn favoriete prentenboeken, Vreemde buren van Ingrid en Dieter Schubert.

Met 5 jaar was Casper in de ban van het prentenboek  Helemaal Verkikkerd van diezelfde schrijvers. Eindeloos heb ik het voorgelezen, dit merkwaardige verhaal over een jongen die bevriend raakt met zich graag op elkaar stapelende graskikkers.


Op een dag bleek Casper het boek grotendeels uit zijn hoofd te kennen. Terwijl het boek op zijn schoot lag en hij naar de bladzijden staarde, nep-las hij:

 

“Hallo, hallo!” kwaken ze, “wie ben je?”

“Ik ben Guus, maar waarom hebben jullie gras op je rug en waarom maken jullie bergen van jezelf?“

”Wij zijn graskikkers, die hebben nu eenmaal gras op hun rug. En die bergen maken we voor het uitzicht. Maar jij hebt toch ook gras op je hoofd al is het wat verwelkt.”

“Dat is toch mijn haar!”


Van dit, overvloedig voorgelezen, tussen boekenkasten opgroeiende kind, zou je een vliegende start in groep 3 verwachten, wat betreft het leren lezen.  Nou niet dus.

 

 “Wat een mooie aandachtige blik heeft hij als ik voorlees”, zei een ontroerde juf. Zijn leesontwijkend gedrag tijdens het zelfstandig lezen, vond ze waarschijnlijk eerder irritant. Stufje opgooien, heen en weer lopen naar de kast om de zogenaamd gelezen boeken in te ruilen, het ongeoorloofd gesprekjes aanknopen.

 

Zelf lezen vond Casper moeilijk en vervelend. Op school kreeg hij ondersteuning van een ervaren klasse-assistent. Ook thuis lazen we met hem. Langzaam  ontcijferde hij eens:

 

in het bos staat een boom

aan de boom zit een tak

 

Verontwaardigd gaf hij commentaar: “Er staat maar één boom in het bos?? Wat is dat voor bos?” en: “Ja hè, hè, natuurlijk zit er een tak aan een boom!” Het lezen van dit soort teksten was voor mijn zoon niet bepaald een beloning voor zijn pogingen betekenisloze symbolen te onthouden en aan elkaar te plakken.

 

Denk niet dat mijn ervaringen als leerkracht in het basisonderwijs mij hielpen de moeizame leesontwikkeling van mij zoon te relativeren. De paniek greep me af en toe bij de keel. Gesprekken met de juf,  remedial teacher en andere deskundigen stelden mij niet gerust. Zij wisten ook niet wat er aan de hand was. De meest verhelderende opmerking kwam van de klasse-assistent: “Hij vindt er gewoon niet zoveel aan”. 

 

Ergens in groep 4 kwam er een kentering. Casper zei mij dat hij een boek op school had gelezen dat hij leuk vond. Waarschijnlijk omdat hij wist dat dit belangrijk nieuws voor mij was, meldde hij  mij dit nogal gewichtig. Het boek heette: Erge Elly en erge Nellie. Het gaat over een intens gemene tweeling die de buurt onveilig maakt voor andere kinderen maar zodra er volwassenen in de buurt komen, zich poeslief gedraagt.

 

De absolute doorbraak volgde een paar maanden later. Ik stond op het punt Casper Harry Potter en de orde van de Feniks voor te lezen. Geheel uit eigen beweging pakte hij echter het boek en begon zelf te lezen:

 

De warmste dag van de zomer tot dusver liep op zijn eind en de slaperige stilte hing over de grote, vierkante huizen aan de ligusterlaan.  Auto’s die anders altijd blonken, stonden nu stoffig op de oprit en de eens smaragdgroene gazon waren uitgedroogd en vergeeld….

 

Onverstoorbaar las hij enkele bladzijden van dit, vele avi’s boven zijn niveau uitstijgende, boek. Natuurlijk las hij niet alle woorden goed maar ik verbeterde hem niet. Het was niet het moment om een didactisch idee op te volgen als: Verbetert het kind de fout niet zelf, wijs het fout gelezen woord dan aan en laat dit nog een keer lezen.*

 

De enige zinvolle bijdrage die ik aan dit voor mij magische moment kon toevoegen, was een zacht wauw- en wat-knap-gemompel. Met dat ingespannen koppie lukte het hem ongeveer de helft van de woorden goed te ontcijferen, geen spoor van ontmoediging. Dit wilde hij lezen.

 

 

* Uit: Handleiding tutorlezen, Reijnders en Loeve, Delubus 2009


Lerares tegen Alfred Adler: “Kijkt u eens naar dit schrift. Denkt u dat met dit kind nog wat kan worden bereikt?” Het schrift was een rommeltje en volkomen onleesbaar. Adler pakte het schrift, bladerde het aandachtig door en zei: “Kijkt u eens hier, deze kleine g, die is heel goed gelukt”.